opperhoofd der Riffijnen (Tafersit, Spaans-Marokko, 1882). Onder zijn leiding begon in 1921 de opstand der Riffijnen tegen de Spanjaarden, die leidde tot de catastrofale nederlaag der laatsten bij Annual, waarbij van de 20 000 Spanjaarden er slechts een 3000 ontkwamen en ook hun generaal Silvestre om het leven kwam.
Primo de Rivera, mede tengevolge van de moeilijkheden in Marokko aan het hoofd der zaken in Spanje gekomen, besloot het gehele gebied tussen Tetuan en Xauen te ontruimen, maar de Fransen, tegen wie Abd-el Krim zich na de nederlaag der Spanjaarden had gekeerd en zelfs successen had behaald, stelden voor, een gezamenlijke actie te ondernemen. Zij veegden onder Pétain hun eigen Marokko schoon van de rebellen, die zich bij Abd-el-Krim hadden aangesloten en zelfs korte tijd Fez hadden bedreigd. Tegelijkertijd (Sept. 1925) landden de Spanjaarden in de baai van Alhucemas en bezetten zij zijn hoofdkwartier in Ajdir. Doch eerst in Mei van het volgende jaar gaf hij zich over aan de Fransen, die hem naar het eiland La Réunion verbanden, waar hij zijn boek Mijn oorlog tegen Spanje en Frankrijk schreef.Lit.: W. B. Harris, France, Spain and the Rif (1927); Hubert Jacques, L’aventure riffaine (1927).
