Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Louis jozef maria juliaan van bauwel

betekenis & definitie

Belgisch rechtsgeleerde (Wiekevorst, prov. Antwerpen, 15 Mrt 1888), promoveerde te Leuven in 1912, werd substituut-procureur des konings in 1919, rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen in 1921; sinds 1930 is hij hoogleraar aan de universiteit te Leuven voor burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht; vooraanstaand Belgisch processualist.

Zijn voornaamste werk is Handboek van het burgerlijk procesrecht, in 4 dln; verder: Schets van de rechterlijke inrichting in België-, sinds 1919 hoofdopsteller van het Rechtskundig Tijdschrift', voorts medewerker van het Rechtskundig weekblad en het Tijdschrift voor notarissen.

< >