of laten is een oude benaming, voorkomende bij de stammen der Saliërs, Ripuariërs, Chamaven, Friezen en Saksen ter aanduiding van lieden, die waren onderworpen aan de rechtsmacht van een heer, zonder nochtans geheel als onvrij te worden aangemerkt. Moderne schrijvers plegen hen als „halfvrijen” aan te duiden, een term, die bij de betrekkelijkheid van de begrippen vrij en onvrij weinig zegt.
Zij moesten aan hun heren belasting betalen en voor hen herendiensten vervullen, hadden echter het recht te procederen, de eed af te leggen, konden weergeld eisen en waren onderworpen aan de heerban. Overigens liep de rechtspositie der liten bij de onderscheiden stammen tamelijk sterk uiteen.Lit.: G. J. ter Kuile Jr., Karolingische standen en de ministerialiteit in Nederland (in: Rechtshist. opstellen, aangeb. aan A. S. de Blécourt, 1939, p. 198 v.v.); aldaar ook buitenl. lit.