oorspronkelijk gebruikt in de zuivere betekenis van geslachtsdrift, kreeg onder invloed van de psychiater Freud (z ook psycho-analyse) een algemenere en diepere betekenis. Aanvankelijk werd door Freud de oorzaak van bijna alle nerveuze klachten gezocht in een abnormale ontwikkeling, niet bewust gerealiseerde of misvormde uiting der drift.
Het door hem gebruikte woord „libido” kreeg met de uitbreiding en verdieping van het begrip, wat noodzakelijk was, om de ingewikkelde nerveuze verschijnselen te verklaren, een steeds uitgebreidere betekenis. Niet slechts werden alle facetten op het gebied van het geslachtsleven onder het libido-begrip gebracht, doch ten slotte werd de libido gezien als „drang tot het leven”. Zelfs wordt het verband met de alles bindende kracht der Griekse Eroos onder ogen gezien. Tegenover de libido stelt Freud de ik-drift (Ichtrieb), welke drift, anders dan men verwachten zou, een „drang naar de dood” zou zijn. Aangezien deze ik-drift volgens Freud weinig in ons denken en handelen op de voorgrond treedt, kan hij hiervan ook weinig mededelen. Het woord libido is door andere onderzoekers weer anders beschreven dan het door Freud in zijn verschillende ontwikkelingsphasen uitgelegd is. In de meest algemene vorm wordt er door enkele schrijvers niets anders meer dan „belangstelling” onder verstaan. Hierdoor is de betekenis van het woord ten slotte vervaagd, waardoor het gemakkelijk te hanteren werd, maar juist daardoor vaak aanleiding tot verwarring kan geven, vooral sinds Jung onder libido alle geestelijke energie samenvat.DR A. P. TIMMER.