noemt men een middeleeuws type van de dactylische hexameter; de bouw is zodanig, dat de beide vóór de caesuur staande lettergrepen rijmen op de beide slotlettergrepen; bij overeenstemming in kwantiteit spreekt men bij het rijm van consonantia longa, bij verschil van consonantia stricta, bijv. lingua paterna sonat I quod ei sapientia donat (begin van de Cato novus). De oorsprong van de naam is onbekend.
Voorbeelden van de versvorm zijn reeds aan te wijzen in Ovidius’ Epistulae.