noemt men in de analytische en de projectieve meetkunde de krommen van de derde graad. Voorzover het vlakke krommen zijn, waren zij reeds gedeeltelijk aan de oude Griekse wiskundigen bekend (z cissoïde), maar eerst door de toepassing van coördinaten konden zij stelselmatig bestudeerd worden.
Een kubische kromme is door g punten volkomen bepaald, waaruit volgt, dat de 9 punten waarin twee kubische krommen elkander snijden, afhankelijk van elkaar zijn (z Cramer, paradox van).Een kubische kromme heeft in het algemeen 9 buigpunten, waarvan telkens 3 op 1 rechte liggen. Behalve de reeds genoemde cissoïde heeft ook het folium van Descartes, waarvan de vergelijking is x3 + y3 = 3 axy, een bijzonder eenvoudige en sierlijke vorm (z krommen).
Lit.: I. Newton, Enumeratio linearum tertiae ordinis (London 1706); G. Loria, Curve in piani speziali (1930, Duits v. F. Schütte Leipzig); Th. Reye, Die Geometrie der Lage (Stuttgart (19071910).