Westduits stadje in N.-Rijnland-Westfalen met (1950) 10500 inw. (1939: 6900; 1945: 7500), v.w. 30 pct Evang. en 70 pct R.K., is gelegen aan de voet van het Zevengebergte aan de spoorlijn Keulen-Niederlahnstein-Frankfort a.d. M. met de tandradbanen naar de Drachenfels en de Petersberg en aan de electrische spoorlijn Königswinter-Bonn-Keulen.
Königswinter heeft vele hotels en villawijken. Langs de Rijn is een 3 km lange promenade. In de omtrek liggen de Drachenfels, het slot Drachenburg, de Wolkenburg en de ruïne van de vroegere abdij Heisterbach. De voornaamste industrie is vreemdelingenverkeer. Daarnaast is er wijnbouw, bakkersovenbouw, en enige metaalindustrie. Het aantal gebouwen en woningen (1939: 100 pct) bedroeg in 1945: 60 pct en in 1950 85 pct.