is als colloïdaal kiezelzuur uit warme bronnen met behulp van wieren afgezet. Mineralogisch is het opaal, SiO2 + nH2O.
Het komt als korsten op gesteenten en losse voorwerpen, bijv. delen van planten, voor en in de vorm van druipsteen. De kleur wisselt af van wit en grauw tot geel en rood. Als afzetting van geysers komt het op Ijsland, Nieuw-Zeeland en in het National Park in de V.S. voor.