Hongaars staatsman (Geszt, graafschap Bihar, 10 Dec. 1830 -Boedapest 23Mrt 1902), was uit een adellijk Calvinistisch geslacht gesproten. Hij was van 1861 af afgevaardigde (linker centrum), verenigde in 1875 zijn partij met de regeringspartij van Deak en werd daar nu spoedig zelf de leider van.
Tot 1890 was hij minister-president en beheerde respectievelijk meteen het dep. van Buitenlandse Zaken of van Financiën. Zijn positie steunde niet alleen op de meerderheid van het Parlement, maar ook op het vertrouwen, dat hij genoot bij Frans Jozef. Tisza wijdde zijn zorg vooral aan de behartiging van de agrarische belangen.Lit.: G. v. Antal, Kol. T., in: Mannen v. beteekenis XX, 3 (Haarlem 1890).