is de benaming voor verschillende Surinaamse houtsoorten, die als rode, witte en zwarte kabbes onderscheiden worden en ook wel met de naam „Angelim’ worden aangeduid. De bomen die het leveren behoren alle tot de familie der Leguminosen. Het rode kabbeshout is afkomstig van Andira coreacea Pulle, en is een zware, harde houtsoort (s.g. 0,85) met geelachtig wit tot geelbruin spint en licht, steenrood gekleurd kernhout; het is duurzaam, sterk, doch grof van nerf en vrij broos; de boom komt vrij veelvuldig voor, wordt hoog en verkrijgt zware omvang.
Gebruik: voor constructiedoeleinden. Witte kabbes is waarschijnlijk afkomstig van soorten uit het geslacht Hymenolobium, terwijl zwarte kabbes van Diplotropis guyanensis en Bowdichia spec. soorten afkomstig is.DR A. KLEINHOONTE
Lit.: Pfeiffer, De Houtsoorten van Suriname (Amsterdam 1926), I, p. 299-303.
