Engels componist (Westminster ca 1563 - Londen ca 20 Jan. 1626),maakte naam op zijn zwerftochten door Europa, was in 1579 te Parijs werkzaam, promoveerde in 1588 te Oxford, was vervolgens enige jaren aan Duitse vorstenhoven verbonden, doctoreerde in 1597 te Cambridge, vertrok naar Denemarken, waar hij tot 1606 kamer lui tenist aan het hof was. In Londen teruggekeerd trad hij in dienst van Lord Walden en in 1612 van de Engelse koning Jacobus I als luitenist.
Dowland was niet alleen een virtuoos luitenist maar ook een begaafd zanger en een componist van formaat.Zijn voornaamste werk is vervat in een drietal bundels van vierstemmige liederen met luitbegeleiding onder de titel Songs or Ayres, resp. in 1597, 1600 en 1603 verschenen. In 1605 verscheen zijn vijfstemmige Lachrymae or seven teares figured in seien passicnate Pavanes enz. voor luit en violen. Voorts schreef hij vier bundels madrigalen, virginaal- en luitmuziek.
Lit.: Eric Blom, Music in England (London 1942).