Frans blijspeldichter (Parijs 7 Febr. 1655 - Dourdan, Seine-et-Oise, 4 Sept. 1709) werd op een reis naar Italië door zeerovers gevangen en als slaaf te Constantinopel verkocht, doch na enige jaren tegen betaling van losgeld vrijgelaten. Later maakte hij nog een reis naar Lapland.
Hij wordt na Molière voor de beste Franse blijspeldichter gehouden. Van zijn 25 stukken bleven sommige, bijv. Le Joueur (1696), Les Folies amoureuses (1704) en Le Légataire universel (1708) nog lang op het repertoire. Zijn „comédies d’intrigue”, die weliswaar een diepe karaktertekening missen, onderscheiden zich door haar verzorgde vorm en sprankelende geestigheid. Ook heeft men reisbeschrijvingen van zijn hand met romantisch aandoende meditaties.Bibl.: Œuvres (1822, 6 vol.); Œuvres choisies (1924, 2 vol.).
Lit.: J. Guyot, Le poète J. R. et son château de Gullon (1907).