(Atrecht ca 1520 - Genève 1572), studeerde rechtsgeleerdheid te Leuven en werd in 1540 advocaat te Parijs, waar hij tot de Hervorming overging. Als ketter vervolgd, kwam hij in 1545 te Straatsburg en vestigde zich in 1548 te Genève.
Daar stichtte hij een drukkerij en was, gelijk in die dagen dikwijls voorkwam, schrijver en drukker tegelijk. Zijn beroemdste boek is Le livre des martyrs (Genève 1554, nieuwe uitg. d. D. Benoit, Toulouse 1885), een beschrijving van de martelaars van Joh.
Hus af tot op het jaar van verschijnen. Over de Zuidnederlandse martelaars verschafte Guido de Brés hem materiaal.Lit.: Haag, La France protestante, 2de dr., IV, 885-902.