Nederlands schilder en etser (Amsterdam 1621 - Vleuten vóór 6 Oct. 1663), vader van de vorige, was de zoon van een bouwmeester en schoonzoon van de schilder Gillis d’Hondecoeter. Hij leerde bij Abraham Bloemaert te Utrecht en J.
Micker en N. Moeyaert te Amsterdam. Van 1642-’46 werkte hij in Rome, o.a. voor kardinaal Pamfili, de latere paus Innocentius X. Daarna woonde hij te Amsterdam (1647/’49) en Utrecht (1649-ca 1657), waar hij uitblonk in Italiaanse landschappen en volkstaferelen van grote decoratieve en atmosferische kwaliteit. Tevens maakte hij waardevolle portretten en stillevens. Werk van zijn hand vindt men o.a. in de musea van Amsterdam en Utrecht.