zijn kannetjes van grijs, ongeglazuurd steengoed uit de 14de en 15de eeuw, die in grote massa’s uit het Rijnland, m.n. uit Siegburg, naar Holland en Vlaanderen werden uitgevoerd. Men vindt ze steeds in groten getale in de grachten van middeleeuwse kastelen.
Door vondsten in de grachten van het slot Teilingen zijn ze vroeger ten onrechte in verband gebracht met Jacoba van Beieren en is zelfs de legende ontstaan dat deze zich daar met het bakken van deze kannetjes onledig zou hebben gehouden.