Westduitse stad in het Land Noordrijnland-Westfalen aan de Sieg gelegen, kruispunt van spoorwegen, telt (1946) 24.265 inw. (v.w. ⅙ Evang.). Er is een opperhoutvesterij gevestigd.
Verder zijn er staal- en walswerken, aardewerk-, kunstzijde-, machine-, assen-, deken-, schoen-, meubel-, kisten-, bier- en brandewijnindustrie. Vooral van de 16de-18de eeuw was Siegburg de zetel van een bloeiende aardewerkindustrie.