Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Jacob WINKLER PRINS

betekenis & definitie

Nederlands dichter (Tjalleberd 5 Febr. 1849 - 25 Nov. 1907), zoon van Antony Winkler Prins, is als schilder in Parijs en als leraar in Engeland gevestigd geweest, en werd heide-ontginner te Beekbergen. Hij stierf op zee, terugkerend van een reis naar Amerika.

Aan de oorspronkelijkheid van zijn poëzie wordt te kort gedaan met de voor hem gebruikelijke typering als voorloper van Tachtig. Aan de poëzie van de Tachtigers is hij verwant zowel door de zuivere natuurimpressies als door de bij voorkeur door hem gebruikte sonnetvorm.Bibl.: Sonnetten (1885); Zonder Sonnetten (1885); Liefdes erinnering (1887); Verzamelde Gedichten (uitg. d. joannes Reddingius, 1910).

Lit.: W. Kloos, in: Veertien Jaar Lit.geschiedenis I en II (1896) ; A. Verwey, in: Inl. tot de nieuwe Ned. dichtkunst (1905); j. Reddingius, Inl. op Verz. Gedichten (igio); A. Greebe, in: Den Gulden Winckel, Juli 1911.

< >