is de door Plinius overgeleverde naam van een groep Germaanse stammen, die aan de Rijn woonden. Tacitus schrijft de naam als Istaevonen, waarschijnlijk een minder juiste vorm.
Welke volken tot deze groep behoord hebben, is niet zeker; men rekent er gewoonlijk toe Tubanten, Usipii en Tencteren, maar ook Bructeren en Sugambren. Evenals dit met de Inguaeonen en Erminonen het geval is, moeten wij deze groep als een amphiktyonie opvatten; het is dan mogelijk, dat het woord van een godennaam Istraz is afgeleid, waarmede Wodan bedoeld kan zijn geweest.