(Almelo 11 Febr. 1894), studeerde pharmacie te Utrecht, alwaar hij later conservator en privaat-docent was; hij werd in 1927 hoogleraar in de analytische chemie te Minneapolis (V.S.). Zijn 600 publicaties op analytisch en physisch-chemisch gebied, zomede zijn bekende leerboeken hebben zijn naam grote algemene bekendheid gegeven.
Bibl.: Grondslagen der jodometrische titreeranalyse, diss. (1918); Gebrauch von Farbindikatoren (3de dr. 1932: Säure-Basen Indicatoren), ook in het Eng. en Fr. vert,; Konduktometrische Titrationen (1923); met N. H. Furman: Potentiometrie Titrations 2de dr. 1932), met H. A. Laitinen, PH and Electro Titrations, Outline of Electrometric Titrations 2de dr. (1941); met E. B. Sandell, Textbook of Quantitative Inorganic Analysis (1936, 2de dr. 1943, vert. i. h. Russ., Spaans, Fr. en Joegosl.); met H. Menzel: Die Massanalyse, 2 dln (i927-28, 2de dr. 1930-31, Eng. bew. met V. A. Strenger: Volumetrie Analysis, 3 dln, 19421948); met J. J. Lingane, Polarography (1941).