is volgens de definitie van prof. Otto Jespersen een tak van de taalwetenschap, die zich bezighoudt met de structuur en de essentiële elementen (basic ideas) van alle talen, met het doel een norm te vinden voor interlanguages, d.i. voor hulptalen bestemd voor mondeling en schriftelijk gebruik tussen volken, die zich niet door middel van hun nationale talen wederzijds verstaanbaar kunnen maken (z wereldtalen).
Lit.: Otto Jespersen, A New Science: Interlinguistics (lala, New York 1930); W. J. A. Manders, Interlingvistiko kaj Esperantologio (Interlinguistiek en Esperantologie) (Purmerend 1950).