zijn ridderorden, die buiten bemoeienis van een regering door een monarch worden verleend. Van zulke „familie-orden” zijn veelal de prinsen van het dynastieke Huis geboren ridders, aan wie het ordeteken op een bepaalde leeftijd of bij bijzondere gebeurtenissen wordt verleend.
Er zijn huisorden, die zowel huis- als gewone ridderorden zijn; zo wordt de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau ook aan niet-vorstelijke leden van bepaalde groepen (hoogwaardigheidsbekleders) toegekend. Bij de Huisorde van Oranje geschiedt het verlenen aan verschillende personen in ruimer mate. De in vele Duitse staten ingestelde huisorden zijn na 1919 niet meer verleend; voor deze z orden en decoraties.
