Vlaams dichter (Nieuwkerken-Waas 18 Jan. 1891), rector aan de O.L. Vrouwkliniek te Aalst, schrijft onder de schuilnaam Gery Helderenberg religieuze lyriek, die zich van gevoelige stemmingskunst en zwakke pogingen in de richting van de zuivere poëzie (.Smeltkroes, 1931; Het Aanbeeld, 1932) ontwikkelde naar soberder en krachtiger emblemata-literatuur (Doodendans, 1937; Het Gasthuis, 1938) en thans haar definitieve vorm schijnt te hebben gevonden in weidse en dynamische, technisch zeer vaardige maar overladen verzen, waarin de dichter zijn uit innig beleven van de geloofswaarheden en de sacramenten ontstane mystieke verrukkingen uitzingt (De Goddelijke Harpenaar, 1947).
Buyle schreef ook spreekkoren en een groots opgevatte Polyptiek van Het Heilig Bloed, 1939.DR R. F. LISSENS.
