(Grieks = paardenloop) was bij de Grieken de baan voor wedrennen van paarden en wagens, ter grootte van twee stadia (ca 370 m) bij een breedte van 125 m. De beide lange zijden met zitplaatsen voor toeschouwers liepen aan het ene einde in een halve cirkel samen, terwijl zij aan het andere einde door een gang verbonden waren.
Voor deze bevonden zich de wigvormig in de baan uitstekende gebouwen, waaruit de wagens van voren naar achteren zó uitgelaten werden, dat zij de ren gelijktijdig konden beginnen. Volwassen paarden moesten de baan 12, jonge 8 maal lopen. Ook de naar het model van de Romeinse circus in later tijd in Griekenland gebouwde renbanen heetten hier hippodroom.