naam der horigen in het oude Sparta, misschien nakomelingen der oorspronkelijke, door de Doriërs onderworpen Achaeïsche bevolking. Zij bebouwden voor de eigenlijke Spartanen het land, zodat dezen zich geheel aan de voorbereiding voor de oorlog konden wijden.
Zij waren staatsslaven en hun meester had slechts beperkte rechten tegenover hen. Van de opbrengst van het land moesten zij een bepaald deel aan hun meester afdragen. In de oorlog volgden zij hem als dienaren; een enkele maal werden zij ook als soldaten gebruikt. Zij woonden zowel in Lakonië als Messenië, en waren, wegens de harde behandeling, dikwijls in opstand; berucht is een opstand in 464 v. Chr. De vrees voor hen was zo groot, dat hun elk jaar de oorlog werd verklaard, zodat ook de hardste maatregelen direct genomen konden worden.
De geheime staatspolitie (krypteia) kon hen straffeloos doden. Sommigen werden wegens krijgsdaden vrijgelaten; zij heetten dan neodamodcis.