van een bepaalde zeehaven noemt men het verschil in tijd tussen het ogenblik, dat de volle- (of de nieuwe-) maan voor die plaats door de meridiaan gaat en het ogenblik van het daarop eerstvolgende hoogwater. Bij vollemaan of bij nieuwemaan wijst dus deze haventijd het juiste uur van het hoogwater in locale tijd aan, aangezien dan de maan zelf juist om 12 uur door de meridiaan gaat.
Men spreekt in plaats van haventijd ook wel van gemiddeld havengetal of van gemiddeld maansverloop. Dit gemiddelde maansverloop heeft men dan berekend uit lange reeksen waarnemingen van het dubbeldaagse „maansverloop”, d.i. het verschil tussen het uur van hoogwater en het tijdstip van de daaraan voorafgaande maansdoorgang. Het gemiddelde uit al die maansverlopen is dan gelijk aan het maansverloop op de dag van springtij, d.i. op de dag, waarop maan en zon precies samenwerken. Op andere dagen werken maanvloed en zonvloed niet geheel samen, en soms zelfs elkaar tegen. De storende invloed van de zon wordt geëlimineerd en men verkrijgt zo het juiste tijdsverloop, dat het eigenlijke maansgetij bij de maan ten achter is.
