eig. Channdy een Bijbelse naam, betekent „gratie, bevalligheid”. Onder de vrouwen, die deze naam droegen, worden in de Bijbel vermeld: 1. de moeder van Samuël (I Sam. i), de meest geliefde van de twee vrouwen van Elkana, die in een der mooiste verhalen van de boeken Samuël als type van vrome Joodse moeder optreedt; 2.
Hanna of Anna, de profetes, die (Lucas 2 : 36 v.) bij de opdracht van het kindeke Jezus in de tempel aanwezig was.Aan Hanna, Samuëls moeder, wordt een lofzang toegeschreven (I Sam. 2: 1-10). Deze psalm kan als voorbeeld hebben gediend voor het Nieuwtestamentisch Magnificat, de lofzang van Maria (Luc. i : 46 vlg.). Terwijl de meeste exegeten veronderstellen, dat deze psalm pas later in het verhaal werd ingevoegd, omdat vs 5 op de situatie toepasselijk werd geacht, terwijl hij oorspronkelijk niets met Hanna te maken zou hebben gehad, heeft o.a. J. de Groot het oude verband tussen poëtische en historische bestanddelen in het grote geschiedwerk van het O.T. weer met nadruk verdedigd.
Lit.: J. de Groot, I Samuël, Tekst en Uitleg, blz. 95 v. (Groningen 1934)-