Wat is de betekenis van Goor?

Zie Gregorius

goor - Bijvoeglijk naamwoord 1. onsmakelijk, vies op een onhygiënische of immorele wijze ♢ In die gore kroeg zul je mij niet vinden.

goor - bijvoeglijk naamwoord 1. met stof of modder of iets anders besmeurd ♢ dit tafelkleed moet in de was, het ziet er goor uit 1. gore taal uitslaan [schunnige taal] Bijvoeglijk naamwoord: g...

Stad ontstaan op de plaats waar de belangrijke weg van Deventer naar Duitsland via een verhoogde weg (Bandijk) het dal van het riviertje de Regge passeerde. Hier verrees ook de parochiekerk. Goor kreeg in 1263 stadsrechten. De oudste kern was een omgrachte lintbebouwing langs de Kerkstraat. Een tweede kern, 't Schild, werd aan het eind van de...

(11 100 inwoners), gemeente in Overijssel, in het westen van Twente. Er is veel industrie, o.a. textiel en eternit. In de omgeving liggen een aantal oude kastelen.

m -> Gregorius (Zuid-Ndl.).

bederf, ransig (ou vet); vuil, slordig; verslete.

(Fr.: goarre). Laag, slijkig land. Het woord komt voor in Gorredijk en Botgorre (water in Menaldumadeel). Vgl. goar iten, goar praet, in goarre.Zie: Fr. Plaknammen I, 35-36; Moerman, 74-75.

Botergebrek dat meestal zijn oorzaak vindt in een onvoldoende zindelijkheid in de fabriek, liet komt meer voor bij ongezouten dan bij gezouten boter. Een hoog eiwitgehalte van de boter schijnt het optreden van het gebrek tc bevorderen. Als kaasgebrek neemt men het veelal waar in kaas, waarin bacteriën van de coli-aërogenesgroep zich ontwi...