Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEZONDHEIDSLEER

betekenis & definitie

of hygiëne is de wetenschap die zich ten doel stelt de algemene gezondheid te bevorderen.

Reeds in de Oudheid hebben vele volkeren voorschriften en maatregelen op hygiënisch gebied gekend. Alle toenmalige gezondheidsmaatregelen stonden in verband met de godsdienst (bijv. wassingen en rustdag bij de Joden) of vloeiden voort uit intuïtief inzicht (voorliefde voor stromend water bij Grieken en Joden, droogleggen van moerassen bij Romeinen). Toen het middeleeuwse Christendom de verachting van het lichaam predikte en daardoor de belangstelling voor de gezondheid op de achtergrond bracht, ging veel van hetgeen bereikt was op hygiënisch gebied tijdelijk verloren. Pas toen de Renaissance weer aandacht ging vragen voor het aardse leven, en tevens de natuurwetenschappen nieuwe banen vonden, ging men weder aan het vraagstuk der hygiëne aandacht schenken, tot ten slotte Max von Pettenkofer (1818-1894) het experiment inschakelde en zo de basis legde van de wetenschappelijke gezondheidszorg.

Anderzijds waarschuwden, op zuiver theoretische gronden, geleerden als Malthus en Spencer voor de gevolgen ener ver doorgevoerde hygiëne. Zij vreesden dat de bevolking door voortschrijdende hygiëne zózeer zou toenemen dat de voedselproductie te kort zou schieten, terwijl tegelijkertijd de gemiddelde kracht der bevolking zou verminderen, daar de hygiëne de levenskansen der zwakke individuen verhoogt.

De woninghygiëne houdt zich bezig met de eisen van een gebouw, dat enerzijds beschutting tegen het klimaat biedt, anderzijds doeltreffend verlicht en geventileerd kan worden. Zij is een product van de moderne tijd. Kledinghygiëne heeft zelfs heden ten dage geen practische toepassing gevonden; de theoretische resultaten worden door de mode en behoudzucht genegeerd.

De besmetting bestrijdt men met riolering, zuivering van drinkwater, vuilverbranding, gevangenis- en schoolhygiëne, verdelging van infectieverspreidende dieren, drooglegging van moerassen, isolering van lijders aan bepaalde ziekten. De zuivering van drinkwater door het verwijderen van schadelijke stoffen en bacteriën dateert van de 19de eeuw.

De vuilverbranding vernietigt met de vaste afvalstoffen alle daarin schuilende ziektekiemen. Ook deze is van recente datum, evenals de gevangenis- en schoolhygiëne, die de besmettingsgevaren beperkt in gebouwen waar vele personen langdurig verblijven. De bacteriologie heeft ook het inzicht gebracht, dat vele dieren (insecten, ratten) ziekteverwekkers overbrengen en dat hun verdelging een effectieve bestrijding van vele ziekten betekent. In het bijzonder moet hier het middel DDT genoemd worden, waarmede op grote schaal insecten kunnen worden gedood.

Met droogleggen van moerassen beoogt men tegenwoordig mede het uitroeien van een schadelijk insect nl. de malariamuskiet. Reeds in de Oudheid bestreed men de malariakoorts op deze wijze, alleen door ervaring gedreven. Zo werd de moerassige Campagna door de Romeinen drooggelegd.

De isolering van zieken en hun omgeving is een overoude voorzorgsmaatregel. Tegenwoordig, nu de wijze en duur der besmettingsmogelijkheid en doeltreffende ontsmettingsmethoden bekend zijn, kan men het aantal te isoleren personen tot een minimum beperken en besmette voorwerpen, die vroeger vernietigd werden, desinfecteren.

Waar de maatschappij de gunstige invloeden der natuur belemmert, moet de hygiëne deze laatste te hulp komen. Zo maakt zij met behulp der voedingsleer uit, aan welke stoffen (o.a. vitaminen) bij de voeding een tekort dreigt te ontstaan en tracht vervalsing en bederf van voedingsmiddelen te voorkomen. Het gebrek aan lichaamsbeweging en buitenlucht in het moderne stadsleven wordt door de sport ondervangen.

Ten slotte richt zich de hygiëne tegen de nadelen, die de menselijke samenleving meebrengt. De arbeidshygiëne bepaalt de duur van arbeid en rusttijd, zorgt dat bij het verwerken van giftige stoffen zo weinig mogelijk schade aan de gezondheid wordt toegebracht. Zij wordt in beschaafde landen van staatswege uitgeoefend door de inspecteur van de arbeid, in Nederland aangesteld ingevolge de Arbeidswet. Ook zijn op andere gebieden der Volksgezondheid inspecteurs werkzaam, wier taak door de Gezondheidswet wordt vastgesteld.

A. WESSELIUS-DE CASPARIS

Lit.: J. J. van Loghem, Tropische gezondheidsleer (1933); Idem, Alg. gezondheidsleer (1935); H. W. Julius, Beginselen der alg. bacteriologie en immuniteitsleer (1935); Hygiène du travail: encyclop. d’hygiène, de pathologie et d’assistance sociale (Genève 1938-1940).