(of Gerard), Nederlands kunsthandelaar (Dantzig? 1625/26 - Engeland ca 1690 ?), zoon van de volgende, werd Doopsgezind gedoopt te Amsterdam in 1645 en schilderde aanvankelijk landschappen. Later breidde hij de kunsthandel van zijn vader uit, hield tentoonstellingen, verkopingen en loterijen en wist vele aanzienlijken in binnen- en buitenland voor zijn handel te interesseren.
Hij gold als de grootste kunsthandelaar en de beste kunstkenner van zijn tijd en hij heeft veel invloed gehad op de smaak van het publiek. Hij verhandelde talrijke Italiaanse stukken, die hij door schilders (o.a. De Lairesse) liet copiëren. In 1675 ging hij failliet. Hij begaf zich daarop naar Engeland, waar hij o.a. schilderijen van Sir Peter Lely stoffeerde.Lit.: H. Floerke, Der niederl. Kunsthandel, diss.,Basel (1901); Idem, Studiën zur niederl. Kunst- und Kulturgesch. (1905); Künstler-Inventare, hrsg. v. A. Bredius, V, blz. 1660 e.v. (Haag 1918).
