jongere broeder van Emst, linguïst en klassiek filoloog (Lübeck 16 Apr. 1820 - 12 Aug. 1885), beoogde de klassieke filologie in nadere aanraking te brengen met de indogermaanse taalwetenschap en met behulp van de resultaten van de taalwetenschap de bouw van de klassieke talen, speciaal het Grieks, grondiger en methodischer te onderzoeken dan tot dusver door de klassiekfilologen geschiedde. Zijn talrijke werken zijn veelal grootse samenvattingen van de onderzoekingen van anderen.
Curtius was sinds 1861 professor te Leipzig.Bibi.: Grundzüge d. griech. Etymologie (1862; 5de dr. 1879); Das Verbum d. griech. Sprache (2 dln, 1876; 2de dr. 1880).
Lit.: Biogr. Jahrb. f. Altertumsk. 9 (1886).