is het arbeidsvermogen van plaats per eenheid van massa in een zwaartekrachtveld; dus de arbeid die tegen de zwaartekracht in opgebracht moet worden om de eenheid van massa, van een bepaald (afgesproken) nulniveau uit, naar de betrokken plaats te brengen. Een vlak van gelijke potentiaal noemt men een aequi(geo)-potentiaalvlak of niveauvlak; het verloopt overal loodrecht op de richting van de zwaartekracht: voor verplaatsing van een massadeeltje in een aequipotentiaalvlak wordt geen arbeid tegen of door de zwaartekracht verricht (alleen tegen of door drukverschillen of tegen wrijving).
De geopotentiaal van een punt ten opzichte van het zeeniveau wordt ook wel „dynamische hoogte” genoemd; evenzo duidt men met „dynamische diepte” in de zee Wel aan het tegengestelde van de (negatieve) geopotentiaal van een punt onder het zeeoppervlak t.o.v. dit oppervlak. Als eenheid is veel gebruikt de (geo)dynamische meter, zijnde 10 m2/sec2. In de meteorologie wordt tegenwoordig gebruikt de potentiële meter, zijnde 9,8066 m2/sec2; d.w.z. dat op die plaatsen, waar de zwaartekrachtsversnelling 9,8066 m/sec2 is (dit is op ca 450 N.Br. of Z.Br.), een geopotentiaal-verschil van i potentiële meter nauwkeurig beantwoordt aan 1 m hoogteverschil (elders op aarde treden kleine afwijkingen op).Het gebruik van de geopotentiaal in plaats van de hoogte heeft voordelen in de dynamische meteorologie en de physische oceanografie; met name worden de formules voor berekening van versnellingen en bewegingen in de bovenlucht en in de zee hierdoor eenvoudiger.
DR P. GROEN.