is een werkzame vulkaan op Java, ten N.O. van Tasikmalaja. De krater is hoefijzervormig en naar de zijde van Tasikmalaja geopend.
Het hoogtepunt van de kraterwal ligt op 2169 m. In de krater lag voor 1918 een meertje, dat nu gedeeltelijk plaats gemaakt heeft voor een lavaprop, die bij de kalme uitbarsting van 1918 in de tijd van een maand is ontstaan, een elliptische plattegrond van 400 bij 560 m bezit en een hoogte van 85 m. In 1822 vond een hevige eruptie plaats, waarbij vermoedelijk gloedwolken en lahars optraden en waarbij verschillende dorpen verwoest werden. Als slotphase dezer eruptie werd een lavaprop gevormd.
Een zwakkere uitbarsting volgde in 1894 en de laatste in 1918. Voor de hoefijzervormige krater ligt waaiervormig een gebied met ruim 3600 heuveltjes, van enkele meters tot 70 m hoog, die in praehistorische tijd zijn gevormd door een bergstorting, die vermoedelijk het gevolg is van het opruimen van de kraterwal aan de Z.O.-zijde.