Vlaams schrijver (St Katelijne-Waver 5 Mrt 1874 - Westmalle 5 Dec. 1951), werd in 1895 leraar aan de Normaalschool te Lier, was van 1914-’18 en 1920-’36 directeur van de Rijksmiddelbare jongensschool te Boom. Zijn frisse verhalen en novellen onderscheiden zich door een vlotte, luimige verteltrant, een rake observatie, soms een gematigd impressionnistische beschrijvingskunst en een voorkeur voor typeringen.
Zijn guitige verhalen uit het kinderleven bevatten zijn beste bladzijden.Bibl.: Uit het Nethedal (Zeist 1908); Dompelaars (ibid. 1909); Jeugd (ibid. 1910); Langs kleine wegen (Amsterdam 1912); Het gemartelde Lier (Antwerpen 1919); Vlaamsche humor (Amsterdam 1922); Tony Bergmann (Antwerpen 1927).
Lit.: R. Foncke, in: De Vlaamsche Gids, jrg 1913; J. Bastiaensen, in: ’t Land van Ryen, jrg 1953.