beroemd Perzisch mystiek dichter en schrijver (in of bij Nisjapoer in Chorasan ± 1119 n. Chr. - 1229), was van beroep handelaar in geneesmiddelen en specerijen (dit is de betekenis van attar), maar wijdde zich tegelijkertijd aan de mystiek.
Hij moet over de 100 jaar oud geworden zijn en werd gedood bij de verovering van Nisjapoer door de Mongolen. Zijn mystieke dichtwerken beslaan een omvangrijk aantal; het meest bekend is zijn Mantik al-Tair (Vogelgesprekken), waarin de tocht der mensheid naar het mystieke doel wordt voorgesteld onder de allegorie van vogels; verder is goed bekend zijn Pand-nâma (boek der raadgevingen). Attâr schreef ook een biografisch werk van mystici, genaamd Tazkirat al-Awlija (uitgegeven door R. A. Nicholson in Persian Historical Texts).Lit.: E. G. Browne, A Literary History of Persia, II (Cambridge 1928), blz. 507 vlg.