afgeleid van scalare (klimmen), noemt men de beklimming of bestorming van stadsmuren of van bekledingsmuren van vestingwallen door middel van stormladders. Hiertegen werden die muren even onder de bovenzijde wel voorzien van schuin geplaatste palen, zgn. fraiseringen of stormpalen. Ook in de vrij steile escarptaluds van de wallen van vestingen en schansen werden deze palen aangebracht.
In de middeleeuwen de gewone aanvalswijze, werd de escalade na het in zwang komen van betere vuurwapenen nog slechts bij nachtelijke aanslagen toegepast. De Tachtigjarige oorlog levert vele voorbeelden op: zo werd Geertruidenberg in 1573 op deze wijze ingenomen door Poyet. Overdag gebruikte men wel stormladders indien bressen te smal of onvoldoende beklimbaar waren.
Oude historieschrijvers, bijv. Hooft, spreken van beladdering (vgl. de Vries en Kluyver, Woordenboek der Ned. taal, iste stuk, 1898).