Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EENMANSSCHOLEN

betekenis & definitie

zijn scholen, waaraan slechts één enkele leerkracht werkzaam is. Ze tellen desondanks toch 8 leerjaren.

Ze komen uitsluitend ten plattelande voor. De literatuur betitelt ze als „paedagogische wangedrochten”, veelal ten onrechte. Er zijn eenmansscholen, waarvan het onderwijs noch kwantitatief noch kwalitatief voor dat aan grotere en grote scholen onderdoet. Het onderwijs aan eenmansscholen is sterk geïndividualiseerd, een gevolg van de grote zelfstandigheid die de leerlingen genieten. Al luisterende, tersluiks of geoorloofd, maken leerlingen van de laagste klassen zich vrij veel kennis eigen die officieel in hogere klassen thuishoort, welke kennis door latere herhalingen stevig bevestigd wordt. Van deze omstandigheden profiteren vooral de meer intelligente leerlingen. Hiertegenover staat dat zwakke leerlingen niet steeds de hulp krijgen die zij behoeven en dat ganse schoolbevolkingen de dupe worden van een zwakke leerkracht.De sfeer in een eenmansschool doet dikwijls denken aan die van een groot gezin, zowel in de verhouding onderwijzer-leerlingen als in die van de leerlingen onderling.

De taak van de onderwijzer is zeer inspannend. Hij behoeft een sterk distributieve aandacht, een snel aanpassingsvermogen, een snel oordeelsvermogen, derhalve een levendige, soepele geest. En daarnaast een vaderlijk gemoed. In de practijk zijn eenmansscholen veelal beter dan haar naam.

I. VAN DER VELDE

< >