uitvinder der koepok-inenting (Berkeley 17 Mei 1749 - Londen 26 Jan. 1823), zoon van een geestelijke, was door persoonlijke ervaring van zijn vroegste jeugd af geïnteresseerd in de pokziekte. Hij studeerde bij een chirurgijn, later bij John Hunter in Londen, vestigde zich in zijn geboorteplaats.
Door langdurige studie en proeven bewees hij de betrekkelijke identiteit van runder-, paarden-, en mensenpokken, vervolgens dat de inenting met koepokken de mens immuniteit geeft, en dat de stof van menselijke koepokken, op een ander ingeënt ook immuniteit geeft.In 1798 verscheen zijn werk An Enquiry into the Causes and Effects of the Variolae Vaccinae, in 1799 Further Observations on Variolae Vaccinae. Het succes liet even op zich wachten, maar was toen ook enorm en wel over de gehele wereld verspreid. Er werd een „Royal Jennerian Institution” opgericht, hij kreeg grote dotaties en vele eerbewijzen.
Lit.: K. T. A. Halbertsma, Edward J. en de ontdekking der Vaccinatie. Voordracht (1946); W. R.
Le Fanu, E. J. A Checklist of Books and Pamphlets (London 1918).