Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Edward frederic benson

betekenis & definitie

Engels romanschrijver (24 Juli 1867-1940), broer van Arthur Christopher, was verbonden aan de British Archaeological Society in Athene van 1892 tot 1895, later in Egypte.

Bibl.: Dodo (1893); The Vintage (1898); The Capsina (1899) (over het moderne Griekenland); Mammon and Co (1900); The Luck of the Vails (1901); The Challowers (1904); The Osbornes (1910); Our Family AfFairs (een biografie, 1920); David of King’s (1924); Mezzanine (1926); een biografie van de gezusters Brontë (1932).

< >