Belgisch schilder van portretten en stukken met allegorisch-religieuze inslag (Brussel 24 Aug. 1842 - 20 Aug. 1885), was een leerling van Jan Portaets aan de Brusselse Académie des Arts. Vertoefde tussen 1869 en 1871 te St.
Petersburg en was er een vrij gezocht portretschilder. Te Brussel terug kwam hij onder de bekoring van Courbet’s werk, zonder evenwel, net zo min als Constantin Meunier, zijn romantische instelling geheel te laten varen. Op het laatst van zijn leven raakte hij zozeer onder de invloed van overspannen zenuwen, dat hij zijn werkzaamheid moest stopzetten. Vele schilderijen bevinden zich in het Modern Museum te Brussel. Uit zijn voornaamste drie werken kan men de karakteristiek zijner kunst opmaken: de Boetvaardige Magdalena (1866), de Slavenmarkt (1870) en de Steenhakker aan de arbeid (1871).Lit.: G. v. Zype, Maîtres d’hier, (Bruxelles, s.d.).