Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Eduard DAVID

betekenis & definitie

Duits economist en politicus (Ediger 11 Juni 1863 - Berlijn 24 Dec. 1930), sloot zich reeds als student bij de sociaal-democratische partij aan. Bij de strijd binnen de partij koos hij de zijde van Ed.

Bernstein en werd hij naast deze een van de voornaamste leiders van het revisionisme. Zijn geschriften houden zich vooral met het landbouwvraagstuk bezig. Zijn hoofdwerk Sozialismus und Landwirtschaft (1903, 2de dr. 1922) oefende grote invloed uit op de agrarische politiek van de sociaal-democratische partij. Hij verwierp de concentratie-leer van Marx en kwam op voor de wenselijkheid van een zelfstandige, eigengeërfde boerenstand.

De uitbreiding van deze onder een stelsel van intensieve landbouw achtte hij verenigbaar met het socialisme. Sedert 1903 was hij lid van de Rijksdag. Kort voor de ineenstorting werd hij in Oct. 1918 onder-minister van Buitenlandse Zaken. In Febr. 1919 werd hij de eerste president van de Nationale vergadering die de constitutie van Weimar ontwierp.PROF. MR F. DE VRIES.

[i]

< >