heten zij, die in de Gereformeerde kerken belast zijn met de behandeling van zaken in de periode, die tussen de bijeenkomsten van een synode verlopen kan. De naam is sedert de 17de eeuw algemeen gebruikelijk geworden; daarvoor sprak men ook van gecommitteerden of volmachten.
Op de synode van Utrecht in 1905 is een nieuwe regeling van de deputaten vastgesteld, waarbij de onderscheidene belangen hun eigen deputaten hebben verkregen. Ook in de Ned. Herv. Kerk komen thans weer deputaten voor.