Duits taalonderzoeker (Pillau 21 Mei 1871 - Hamburg 27 Nov. 1938), was aanvankelijk scheepsarts en werkte in O. en Z.W.-Afrika en in het Zuidzeegebied. Sedert 1919 doceerde hij Afrikaanse en Zuidzeetalen aan de universiteit te Hamburg.
Hij schreef verscheidene studies: over de talen van Oost-Afrika, over het Nama, over de eigenaardige syntaxis van de Indonesische en Papoea-talen; door middel van een nauwkeurig klankvergelijkend onderzoek stelde hij de oer-vorm van de Austronesische talen vast.Bibl.: Die Sandawe (Hamburg 1916); Die Lautentsprechungen der indonesischen Lippenlaute in einigen andern austronesischen Südseesprachen (Hamburg 1920); Die L-, R- und D-Laute in austronesischen Sprachen (Zs. f. Eingeborenensprachen 1925); Vergleichende Lautlehre des austronesischen Wortschatzes, 3 dln (Hamburg 1934-’38); Grammatik der Jabêm-Sprache auf Neu-guinea (Hamburg 1939); Einführung in die malaiische Sprache (Berlin 1941).
