L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Primulaceeën met 2 soorten, voorkomend van de Alpen tot Japan. Het onderscheidt zich door een 5-spletige, blijvende kelk, een klokvormige, 5-delige, aan de zoom door een verheven ring omgeven bloemkroon, een bovenstandig vruchtbeginsel en een eivormige, 5-kleppige doosvrucht.
De meest bekende soort, C. Matthioli L., die op de Alpen groeit, heeft een rozet van langgesteelde, 11- tot 13-lobbige, spits gezaagde, hartvormige wortelbladeren en rode bloemschermen. Zij vermag bij gevoelige personen de huid te prikkelen, zoals ook verschillende primula’s dat doen.