wedstrijd van in tuig gaande en onder de man gereden paarden, welke voor het eerst in Parijs werd gehouden (ca 1880), doch spoedig in andere landen navolging vond. Ook in Nederland heeft het Concours hippique een grote populariteit verworven; bekend zijn die in ’s-Gravenhage, Breda, Hoofddorp, Amersfoort, Wageningen, Hilversum en Bussum.
Het wordt gehouden onder de reglementen van het Centraal Comité voor Concoursen-hippique in Nederland, volgens hetwelk spannen worden beoordeeld naar de gang van de paarden, de manier van aanspannen, het voorrijden, het rijtuig en de houding van de koetsier. Bij springwedstrijden worden, evenals bij gewone springconcoursen, foutpunten gegeven voor weigeren, uitbreken en het afwerpen van hindernisbalken; bovendien wordt ook (behalve voor jachtpaarden) het raken van een hindernis aangerekend. Voor rijpaarden kent men nummers voor het schoonste rijpaard, het best gaande rijpaard en het best gaande officiersdienstpaard en bij deze laatste bovendien dressuren.
