Frans wiskundige en chemicus (Sèvres bij Parijs 19 Dec. 1783 -Versailles 29 Apr. 1864), was bataljonschef in het Franse leger. Hij deed verschillende onderzoekingen omtrent de werking van het buskruit, maar hij is vooral bekend als een van de grondleggers van de projectieve meetkunde.
In het bijzonder werd de theorie van de kegelsneden door hem, voortbouwende op de door Pascal gelegde grondslag, verder ontwikkeld. Uit de door deze ontdekte eigenschap van de aan een kegelsnede ingeschreven zeshoek leidde hij door middel van de poolverwantschap de naar hem genoemde stelling betreffende een aan een kegelsnede omgeschreven zeshoek (Zeshoek van Brianchon) af. Brianchon zegt, dat de drie diagonalen van zulk een zeshoek elkander in één punt snijden .Bibl.: Sur les surfaces courbes du second degré (Joum. Ec. polyt. 1816); Mémoire sur les lignes du second ordre (1817); Théorie des transversales (1818).
