afkomstig van het Latijnse caritas (mensenliefde), is een Frans woord, dat bepaaldelijk voor Christelijke liefde jegens de naaste wordt gebruikt, welke zich in werken van weldadigheid openbaart. Om die reden heeft men ook wel hospitalen en verplegingsinrichtingen alzo genoemd, bijv. te Parijs en te Berlijn.
Verschillende religieuze genootschappen, die zich aan liefdewerken wijden, dragen de naam van frères of soeurs de la charité. Het werk der charité is in de Katholieke wereld datgene, wat de inwendige zending in het Protestantisme verricht.Lit.: F. Keiler, Caritaswissenschaft (1925); W. Liese, Wohlfahrtspflege u. Caritas (1914); C.
Neyron, Hist. de la Charité (Paris 1928); Lexik. für Theol. u. Kirche (dl II, 1931, kol. 757-750).
