is een Arabisch woord, dat waarschijnlijk uit het Perzische spraakgebruik stamt en in de eerste eeuwen van de Islam de grondbelasting aanduidt, die door de onderworpen bevolking, later ook door de Mohammedanen zelf, moest worden opgebracht. De Arabische juridische literatuur houdt zich veel met deze instelling bezig; er bestaan enkele bijzonder aan dit onderwerp gewijde werken onder de titel Kitab al-charâdj. In latere eeuwen is charadj de aanduiding voor het door niet-Mohammedanen aan een Mohammedaanse overheid op te brengen hoofdgeld geworden (in oudere tijd djizja genaamd).
Dit spraakgebruik bestond vooral in Turkije, waar het hoofdgeld in 1856 is afgeschaft.