is de naam van een kleine, tweezaadlobbige plantenfamilie, die men dicht bij de Euphorbiaceeën een plaats in het systeem heeft aangewezen. Het zijn tere waterplanten met een wortelstok en tegenoverstaande, enkelvoudige, gaafrandige blaadjes zonder steunbladen, die aan de top der takken gewoonlijk dichte rozetten vormen.
De eenhuizige bloemen zitten elk afzonderlijk in een bladoksel en zijn naakt, slechts door 2 steelblaadjes ingesloten. De mannelijke bloem bestaat slechts uit een enkele meeldraad, de vrouwelijke uit een oorspronkelijk 2-hokkig vruchtbeginsel met 4 epitrope zaadknoppen, dat later, juist als bij de Labiaten, door valse tussenschotten 4-hokkig wordt. De vrucht is een 4-voudige dopvrucht. Tot deze familie behoort slechts i geslacht, Callitriche L. of Sterrekroos, met een bijna cosmopolitische verspreiding en een 25tal soorten.
In Nederland zijn 5 soorten gevonden en wel de geheel ondergedoken C. autumnalis L., waarbij de stuifmeelkorrels met behulp van het water naar de stempels overgebracht worden, voorts de meer algemene C. stagnalis Scop. en C. verna L. en de zeldzamere C. hamulata Kütz, met zeer lange, haakvormig gekromde stempels, en C. obtusangula Le Gall., met op de rugzijde afgeronde vruchtjes.
