Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bowman, william

betekenis & definitie

Engels geneesheer (Nantwich 26 Juli 1816 - Dorking 29 Mrt 1892), werd in 1846 anatomisch demonstrator aan King’s College en heelmeester aan het hierbij behorend hospitaal, later ook arts aan het Royal London Ophthalmic Hospital. Later werd hij hoogleraar in de anatomie en fysiologie aan King’s College, sedert 1862 in de oogheelkunde.

Zijn naam is verbonden aan de ontdekking van verschillende anatomische structuren, o.a. de Kapsels van Bowman, die de vaatkluwens in de nieren omgeven.Bibl.: Lectures on Operations on the Eye (1849); The Anatomy and Physiology of Man (1843-1856 in 5 dln, samen met Todd); Collected Papers (1892, uitg. door Sanderson en Hilke).

< >