(Borssele), (ca 1471-1518), was een dochter van Wolfert van Borselen, graaf van Grandpré en van Charlotte van Bourbon. Zij huwde in 1485 met Philips van Bourgondië, heer van Beveren (gest. 1498) en later met Philips van Montfoort.
Als vrouwe van Vere en Vlissingen was zij zeer vermogend, uit welk vermogen zij verschillende humanistische geleerden steunde. Zelf geleerd, vertrouwde zij de opvoeding van haar zoon Adolf van Bourgondië toe aan Cornelis Battus, die met Erasmus nauwe vriendschap onderhield; deze laatste behoorde tot hen, die ondersteuning van haar kregen.